Stadiëring en risico-inventarisatie

Risico-inventarisatie is belangrijk in prostaatkanker. Het geeft een indruk van de kans op uitzaaiingen, levensverwachting, en het helpt in keuzes maken m.b.t. gezondheid gerelateerde kwaliteit van leven en behandelingscomplicaties. Uiteraard is het dan van belang dat er voor 1 systeem wordt gekozen waarmee deze risico-inventarisatie gebeurt, zodat er geen sterk verschillende behandelingen worden gegeven en de kwaliteit meer gewaarborgd blijft.

Bij prostaatkanker bestaat een categorie laag risico patiënten, die met 1 behandeling af kunnen of die alleen met observatie vervolgd kunnen worden. Daarentegen zal een arts bij de hoog risico patiënten voor een combinatie van therapieën kiezen. Bij zoveel verschil in aanpak tussen hoog risico en laag risico patiënten is het belangrijk om consensus te hebben over de definitie van hoog of laag risico in prostaatkanker.

Er zijn een aantal factoren die worden meegenomen in de risico-inventarisatie:

PSA

De PSA waarde die aanwezig is in het bloed op het moment dat er prostaatkanker wordt gevonden, de zogenaamde initiële PSA-waarde, wordt geassocieerd met het tumor volume, de Gleason score en doorgroei van tumor in bepaalde weefsels en / of er uitzaaiingen zijn. Hoe hoger de PSA-waarde, hoe groter het risico op een grotere tumor, hogere Gleason score, hoger risico op doorgroei en grotere kans op uitzaaiingen.

De afkapwaardes van PSA die worden gebruikt om het risico in laag, matig en verhoogd in te delen zijn <10ng/ml, 10.1-20 ng/ml en >20 ng/ml respectievelijk.

Gleason score

Artsen geven aan hoe agressief een kanker is met een Gleason score. Een patholoog bepaalt de Gleason score met behulp van een microscoop. Deze gradering geeft de kwaadaardigheid van de tumor aan; lijken de tumorcellen nog veel op het normale weefsel of vormen ze een chaotische structuur vrijwel zonder normaal uitziende cellen? Bij de laatstgenoemde situatie is de tumor agressiever dan wanneer de kankercellen nog wel geordend groeien. De Gleason score is een puntensysteem gebaseerd op de groeiwijze en loopt van 1 t/m 5. Bij 1 hebben de cellen in het biopt een geordende groeiwijze en bij 5 is sprake van een ongeordende groeiwijze. De Gleason score wordt uitgedrukt in 2 getallen, bijvoorbeeld Gleason 3+4. Het eerste getal geeft de meest voorkomende groeiwijze aan en het tweede getal geeft de tweede meest voorkomende groeiwijze aan. Gleason 4+3 is derhalve prognostisch slechter dan Gleason 3+4.

Bij een Gleason score van ≤6 wordt er gesproken van een laag risico. Bij een Gleason van 7 is er sprake van een matig verhoogd risico. Bij een Gleason score ≥8 valt een patiënt binnen de groep met een hoog risico.

TNM stadium

Het TNM stadiëringssysteem geeft aan hoe de groei in de prostaat is (T), of er uitzaaiingen in de lymfeklieren aanwezig zijn (N), en of er metastasen op afstand aanwezig zijn (M). Hieronder staat de TNM indeling beschreven:

De PSA waarde, Gleason score en TNM score geven allemaal informatie over de stadiering van prostaatkanker. Deze tabel geeft het overzicht van de risicogroepen.

 

AJCC Prostate Cancer Prognostic Stage Groups

(8th edition, 2017)

NOTE: When either PSA or Grade Group is not available, grouping should be determined by T category and/or either PSA or Grade Group as available.

Referentie tabel: Buyyounouski MK et al. Prostate cancer – major changes in the American Joint Committee on Cancer eighth edition cancer staging manual. CA Cancer J Clin. 2017 May 6;67(3):245-253.